Het punt waar massa en ruimte elkaar tegenkomen is bepalend voor de vorm, de vorm zoals wij die zien. Niet de vorm zoals wij die ervaren, daar spelen meer eigenschappen mee. Is de vorm hol of massief, van welk materiaal is het gemaakt, hoe is het gemaakt en wat kan er mee gedaan worden. Vaak zijn deze eigenschappen niet aan de vorm te zien. Om toch een goed beeld ervan te krijgen, betasten wij het, kloppen er tegen of tillen het op. Met de objecten die Nico Kok maakt , wil hij een relatie leggen tussen de zichtbare vorm en de niet zichtbare vorm, tussen het zichtbare materiaal en het niet zichtbare materiaal, tussen de vorm en wat er mee gedaan kan worden (niet zichtbaar). De eerste indruk die men van een object heeft, wijzigt zich nadat men meer van het object te weten komt. Dat kan zijn na o.a. het lezen van de titel. Er verandert niets aan het object toch ervaart men het anders.

Illustratief is het werk "achtenveertig identieke elastiekjes verschillend vierkant gespannen".

Steeds dezelfde soort elastiekjes spande hij rond vier steeds verder van elkaar geplaatste spijkers. Meer deed hij niet. Het resultaat was dat de meest opgerekte elastiekjes dunne lijnen vormen. De minder gespannen elastiekjes vormen dikkere lijnen. Het materiaal bepaalde zo de dynamiek in de vierkante compositie.

Ook de omvang van het kunstwerk werd door het materiaal bepaald. Groter kon niet, want dan brak het elastiek. Kleiner kon ook niet, want dan had het elastiek te weinig spanning om rond de spijkers te blijven zitten.